Exact één maand geleden stond voor veel WTOS’ers een van de grotere wedstrijden uit hun lange (of prille) carrière op het menu. In Aalborg werd het mooie blauw namelijk ingeruild voor 50 tinten oranje, en dat betekent maar één ding: het Wereldkampioenschap wachtte.
In de Vogezen afgelopen mei en iets daarvoor in Aken, hadden veel WTOS’ers zich weten te kwalificeren voor deze eindstrijd in Denemarken. Als WTOS journalist moest ik hier zelf ook uiteraard bij zijn. En als kwalificeren dan net niet lukt, is het tijd om de pen op te pakken en het over een andere boeg te gooien. Lang verhaal kort, één wildcard verder, en ik mocht ook starten.
Maar op de donderdag ervoor was het eerst tijd voor mijn voorzitter om te rijden. In de tijdrit reed Maarten naar een knappe 19e plek. Voor de anderen stond het hoofdgerecht als gezegd op 1 september op het menu. Om 08:00 uur stond iedereen al in de startbox, en waren alle kleuren van alle nationaliteiten, de Belgen voorop, te bewonderen. Dat iedereen alle kleuren scheet was ook bij de dixies goed te merken. Wat een toestanden zeg. Daar zijn vanochtend veel bakjes koffie doorheen gegaan. Maar goed, om 09:00 klinkt het startschot en het is gelijk aan, er is geen neutralisatie, en dus ligt het tempo direct hoog. Deze categorie behelst de leeftijden 19-34 en dit is dus verreweg de grootste groep. Aantal: 450 man.
In de extensieve verkenningen de dagen ervoor bleek dat Denemarken in deze regio echt overal exact hetzelfde is. En vooral best vlak. De groep van 450 man werd dus maar mondjesmaat uitgedund en het eerste uur was het dringen op hoge snelheid. Op een gegeven moment was het in het midden van het peloton bijna elke bocht raak. Wat dat betreft kan ik alvast tevreden verklappen dat er geen WTOS’ers hard gevallen zijn. Wel gevallen af en toe. Zo zie ik na grofweg 20 minuten Tijn z’n ketting rechtleggen, om mij vervolgens al heel snel weer bij te halen en z’n weg om naar voren te schuiven vervolgt.
Ik noemde hierboven het eerste uur, maar eigenlijk is dit voor drieënhalf uur het geval. Ik zat er na één uur gewoon niet meer bij. Toen waren de meesten erachter toch wel afgewapperd en zat ik rond plekje 250 inmiddels ook achterin. Op een gegeven moment zie ik Niels aan de linkerkant van de weg staan. Een kwartiertje later fietst ie naast me, en zo was Niels de laatste WTOS’er die ik die dag tijdens de koers zag. Zelf werk ik de 152 kilometer net binnen de 4 uur af, en ik mag niet anders dan tevreden zijn, al had ik stiekem gehoopt het ietsje langer vol te houden. Eenmaal uit het grotere peloton is de snelheid wel echt weg.
Anyways, WTOS is nog goed vertegenwoordigd en krijg na de finish mee dat er goed #vanvoren is gereden. En dat is gewoon heel knap. Zoals bij iedere koers, maakt iedereen zijn eigen verhaal mee. Zo verliest de een al vroeg een bidon. En dan is het een flinke uitdaging om nog goed tot de finish te geraken. Je moet namelijk je eigen bevoorrading regelen, en dat lukt lang niet altijd. Andere verhalen #vanvoren heb ik niet helemaal meegekregen, omdat ik daar niet meer zat. Laten we het op journalistieke onkunde houden.
Aan de finish hoor ik dat Tom Waldram de hoogt klasseerde WTOS’er is geworden. Hulde daarvoor. Sowieso zat het overgrote merendeel dicht bij elkaar. Het laat zien dat we echt wel wat te zoeken hebben in dit soort leuke koersen, wat dat betreft ben ik benieuwd naar de AmbiCie dit jaar.
Achteraf praten we na op het terras in Aalborg en eenmaal thuis wordt door sommigen nog een fles champagne opengetrokken. Want, hoe moegestreden ook, er zit altijd nog wel wat in de fles!
Geschreven door Jelle Vos